dinsdag 31 januari 2017

Tijd voor een eigen site

“Start de computer eens op.”
Daar zijn die pretoogjes weer. De blik van mijn vriend die zich in de mijne boort.
“Mijn computer? Waarom?” Ik probeer te pijlen welke kant dit op gaat maar zijn blik verraadt niets. Ik ga aan tafel zitten en open de lege browser van Google.
“Oké, type maar in: www punt in levenden lijve punt blog”
“Nee schat, dat is niet het webadres van mijn blog...”
“Dat weet ik," onderbreekt hij mij. "Doe nou maar wat ik vraag.”
Ik doe het. Vervolgens kom ik op de website In Levenden Lijve  Ik snap niet wat ik zie.
Een website met een foto van mijzelf.

Ik kijk naar Thierry. Zijn ogen vol verwachting op mij gericht.
“Maar, ik snap het niet, wat is dit nou?” vraag ik onzeker.
“Je eigen website. Je eigen blog site. Omdat je steeds meer lezers krijgt en je een eigen podium verdient. Professioneler dan via een blogspot waar je amper vindbaar bent. Een kadootje voor je verjaardag."
Mijn mond gaat open om iets te zeggen maar mijn woorden haperen.



Ik glimlach en raak overspoeld door emoties die ik niet kan plaatsen.
Overspoeld door liefde. Omdat hij dit voor mij doet terwijl we nog maar zo kort bij elkaar zijn. Omdat hij blijkbaar haarfijn aanvoelt in welke fase van mijn leven ik mij bevind. Toe aan een nieuwe uitdaging. Tevens voel ik lichte paniek. Een website bij Blauwe Nacht. Maar dat is toch voor professionals? Dat ben ik toch zeker niet met mijn alledaagse verhaaltjes? Maar ergens in mij groeit iets, bloeit er iets op. Het is een gevoel van trots en verlangen naar meer. Omdat ik weet dat dit het juiste moment is voor deze stap.
En dat weet Thierry blijkbaar ook.
Een eigen blog. Een eigen website. Wauw.

Dit had ik vijf jaar geleden nooit durven dromen toen ik de eerste stap zette en mij aanmeldde voor een tweejarige autobiografische schrijfcursus. Van kinds af aan schreef ik al trouw in een dagboek. Deelde mijn gevoelens graag met papier. Het opschrijven van mijn emoties gaf mij inzicht in wat ik voelde. Vijf jaar geleden besloot ik meer te willen doen met mijn schrijvers hobby. Met plezier ging ik wekelijks naar cursus. Leerde veel. Schreef veel. Ik werd gevraagd om columniste te worden voor de website Ik Leef . Een jaar later maakte ik de stap naar redactielid van een medisch magazine en ik werd beheerder van de Facebookgroep bij een patiënten organisatie. Twee jaar geleden begon ik een maandelijkse blog op blogspot. Anoniem en niet goed vindbaar maar schrijven in die luwte voelde prettig.

Op allerlei vlakken altijd bezig om woorden naar rake zinnen te formuleren.
Het aantal lezers van mijn blog nam toen. Van 400 lezers per blog steeg ik een jaar naar ruim 15.000 lezers per blog. Steeds vaker schreef ik over mijn eigen leven. Kwetsbaar, soms best eng, maar blijkbaar raak ik mensen. Omdat mijn lezers net als ik ook te maken hebben met rouw, verdriet, tegenslag of ziekte. Omdat er op zoveel onderwerpen een taboe rust. Omdat het leven soms gewoon niet altijd even leuk is maar op de toppen gevierd mag worden.

En zo zit ik hier. Op een druilerige middag mijn oude columns en blogs door te lezen. Te selecteren voor mijn nieuwe website. Een nieuwe fase breekt aan.
En ik hoop uiteraard dat jullie, mijn trouwe lezers, met mij mee verhuizen naar mijn nieuwe website.
In Levenden Lijve



Thierry, bedankt voor jouw geloof in mij en voor deze mooie kans.
Tevens dank aan Antal Hendrix van Spronsen van Blauwe Nacht . Ik voel mij vereerd dat ik bij de De Blauwe Nacht Familie mag horen.

dinsdag 17 januari 2017

Zomaar op een bankje...


“Zo, ook even een frisse neus aan het halen?”
“Ja, ik heb de hele nacht liggen kotsen.”
“Ooh echt? Mag ik vragen wat je mankeert?”
“Ik heb kanker. Zaadbalkanker. Uitzaaiingen naar mijn longen en lymfe.”
Ik zwijg. Zomaar op een bankje voor het ziekenhuis. De eerste week van het nieuwe jaar. Een frisse start voor veel mensen maar niet voor deze jongen.
“Jeetje. Ben je al lang ziek?”
“Eigenlijk al een jaar. Ik had een soort zere bal. De huisarts dacht steeds dat ik een SOA had en die gaf antibiotica. Ach…deed die man ook niet met opzet. Dit kon hij ook niet weten.”

Wederom zwijg ik. Ik kijk naar het langsrazende verkeer. Daar achter liggen de heuvels van Maastricht. Besneeuwd door de eerste sneeuwval van het jaar. Een idyllisch uitzicht met een gruwelijk verhaal aan mijn zijde.
“En toen werd ik in december opeens zieker. Spuugde bloed. Dus ik werd onderzocht en direct geopereerd. Een kwaadaardige tumor ter grote van een tennisbal werd uit mijn bal verwijderd. Na scans bleek dat het was uitgezaaid.”

In alle rust vertelt hij mij zijn verhaal. Vijftien jaar oud was hij toen hij uit huis ging. Om de rust thuis te bewaren voor zijn ouders en broertje. Het ging niet langer thuis. Onder begeleiding en met medicatie werd hij mentaal rustiger. Hij kreeg een kans om niet in een woonvorm te wonen maar zelfstandig. Die kans greep hij. Met succes. Als puber huurde hij een kamertje. Haalde zijn horeca diploma. Werkte met plezier aan zijn toekomst. Soms een terugval. Je staande houden met een psychische aandoening is niet makkelijk in onze harde maatschappij. Maar het leven lachte hem langzaamaan weer toe. Hij kreeg verkering. Voelde hoe het leven zou kunnen zijn als je gelukkig bent.
Tot de diagnose.
Alles werd weggevaagd.
“Maar mij krijgen ze niet klein hoor. Vier maanden lang moet ik aan de chemo. Doodziek word ik van die zooi. Straks word ik ook nog kaal. Maar dat geeft niks. Zet ik gewoon een muts op. Als ik maar blijf leven!”

Weer zwijg ik. Kijk hem aan. Glimlach voorzichtig.
“Ik heb bewondering voor jou. Mag ik over je bloggen? Over die jonge jongen op het bankje voor het ziekenhuis?”
“Ja hoor dat mag. Mag ik dan wel je facebookvriend zijn zodat ik het ook kan delen? Vind ik leuk!” zegt hij met een glimlach van oor tot oor.

Zomaar een dag in januari, op een bankje voor het ziekenhuis in Maastricht. Zomaar een ontmoeting die ik mij heugen zal.
Dag Anthony, het ga je goed! Versla die kanker! Leef en geniet, want je hebt er zo hard voor gevochten!
Groetjes van die vreemde vrouw, naast jou op dat bankje voor het ziekenhuis.

zondag 1 januari 2017

Drieëntwintig jaar later; Een nieuwe start

“Wil je een wijntje?” vraagt hij.
“Ja lekker, doe maar een rode.”
Terwijl ik mij op de bank nestel, mijn benen onder mij opgetrokken, voel ik enige melancholie. Het einde van het jaar nadert. Ik neem mijn glas van hem aan. Kruip in de kussens van zijn bank.
“En?” Vraagt hij, terwijl hij naast mij komt zitten.
“Wat vond jij het voor jaar? Overheerste de dalen of de pieken?”
Het was een jaar met vele pieken. Ik verlegde mijn grenzen. Letterlijk, door de reizen die ik maakte. Figuurlijk door mijn eigen grenzen te hervinden die ik had overschreden. Ik leerde mijzelf beter kennen. En tijdens al die processen nam ik tevens afscheid van mijn huwelijk. Ik besefte dat het roer om moest. Na twee jaar dubben, rouwen en verwerken hakte ik de knoop door. In de afgelopen zes maanden werd de scheiding geregeld, afgehandeld, ondertekend. Een hoofdstuk met vele mooie en verdrietige herinneringen afgesloten.
En toen kwam ik hem tegen.
Thierry, mijn oude klasgenoot waar ik als dertien jarig meisje stapelverliefd op was. Toen ik dat voorzichtig opbiechtte bleek ook hij vroeger stiekem verliefd te zijn geweest op mij. We lachten er verlegen om. Net zo onhandig als vroeger. Want onzeker als we waren is dat toen nooit uitgesproken. Nu stond hij tegenover mij tijdens een jaarlijks feestje waar we elkaar altijd even kort spraken. Hij nog steeds met dezelfde pretoogjes die hij drieëntwintig jaar geleden al had.
Het idee van het organiseren van een reünie van onze MAVO werd die avond besproken. Hoe leuk zou het zijn om iedereen van vroeger weer te zien! Maar toen ik naar huis fietste dacht ik vooral: ‘Hoe leuk zou het zijn om hem weer eens te zien…..?’ Gevoelens en emoties overvielen mij maar verliefdheid valt niet te sturen of te plannen. Daar is geen timing voor. Dat vond hij blijkbaar ook. Zo gebeurde het dat ik twee maanden later dood nerveus bij hem aanbelde en vervolgens op de bank zat met een braaf kopje thee.

“Zo, Carlijn bij mij op de bank…”, zei hij met een twinkeling in zijn ogen.
“Tja, bij Thierry op de thee. Wie had dat ooit gedacht.” Stamelde ik onhandig terug.


Voorzichtig werd onze geschiedenis gedeeld. Ik durfde mij kwetsbaar op te stellen. Vertelde over mijn ziekteperiode, het geleden verdriet van mijn kinderloosheid. Ik zag respect in zijn ogen, zeker geen afwijzing of veroordeling. Na de thee werd een fles wijn opengetrokken die in de uren daarna werd leeggedronken. Aan het begin van de nacht een voorzichtige eerste kus. Drieëntwintig jaar nadat ik daar als dertien jarig meisje stiekem over dagdroomde. Drieëntwintig jaar nadat ik hem tijdens proefwerken stiekem bij mij liet afkijken omdat ik hoopte dat hij dan 'dankjewel' zou zeggen in de pauze.

“Ahum…Jeetje” zei Thierry verheugd, verbaasd en verlegen tegelijk. “Zit ik hier opeens met Carlijn, mijn oude klasgenootje!”

Een duik in de geschiedenis met de gevoelens van nu.
Ook al zijn de eerste grijze haren inmiddels zichtbaar en hebben we beiden lachrimpeltjes om onze ogen, we voelen vooral de herkenning van vroeger. Drieëntwintig jaar levenservaring geeft je een rugzak. Het leven kan je kwetsen, verrijken en maakt je wijzer, maar blijkbaar verandert dat de aard van je karakter niet. We herkennen en hervinden. Herleven en beleven.

En zo zit ik hier. Drieëntwintig jaar later. Bij hem op de bank. Met een wijntje die hij zojuist voor mij inschonk. Het is pril. Maar wat voelt het fijn. Het gaat snel en de timing is misschien wat onhandig. Maar we hebben voldoende meegemaakt om timing los te durven laten. Het leven is te kort. Ik wil mij gelukkig voelen wanneer het kan en deze verliefdheid ervaren. Het leven vieren.
“Je bent mooi zoals je daar nu zit, mag ik een foto van je maken?" Ongemakkelijk glimlach ik. Maar voordat ik hem afwijs hoor ik mijzelf zeggen:
“Ja dat mag je, graag zelfs. Een symbolische foto voor het einde van een bevlogen jaar maar bovenal van een nieuwe start in 2017."
En zo staat mijn oude klasgenootje, mijn ‘privé-’ en beroepsfotograaf even later voor mij. Met een joekel van een lens. Maar het jaagt mij geen angst aan. Het geeft mij geen ongemakkelijk gevoel. Want ik weet dat hij achter die camera staat. Hij die mij op dit moment weer vertrouwen geeft en gelukkig maakt. Laat dat nieuwe jaar maar komen.