Mijn adem stokt. Onverwachts zie ik je op straat. Stoer en
zelfverzekerd als altijd. Maar je bent niet alleen. Je bent met een vrouw. Jonger
dan ik ben. Eigenlijk is ze ook mooier dan ik ben. Stiekem steekt dat een
beetje.
Vijf jaar geleden kwam je in mijn leven. Ik hing niet aan de
grote klok dat je er was maar ik kon je niet verbergen. Door jou kwam ik weer
tot bloei. Door jou kon ik er weer op uit gaan en genieten op de mooie dagen.
Zodra de zon scheen waren we samen te vinden in de duinen. In het bos of gewoon
zomaar even onderweg naar het centrum in de stad voor een kop koffie.
Zoveel gedeeld. Als ik op de bank lag met pijn en niemand
mij af kon leiden was jij het die mij de bank af kreeg. Het leek of ik je in
gedachte hoorde zeggen: ‘Hoppakee, mee jij. Ik zal je pijn doen verminderen.” Je
had altijd gelijk.
Wanneer niemand mij kon troosten kon jij het wel. Je was als
een brede schouder voor mijn zoute tranen. Als zelfs mijn man niet meer wist
wat hij met mijn verdriet aan moest, wist ik dat jij mij rustig kreeg. Je
bracht mij in tranche. Urenlang brachten wij in stilte door. Soms begon ik
zomaar te zingen als ik bij jou was. Niemand die dat wist en tegelijkertijd
misschien ook weer iedereen. Soms raakte ik niet uitgepraat over jou. Liet
mensen trots een foto van jou zien.
“Wauw….dat ziet er stoer uit. En je man, wat vindt die er
van?” vroegen ze nieuwsgierig.
“Die is ontzettend blij om mij weer zo tot bloei te zien
komen.” Was vervolgens mijn trotse antwoord.
Maar toen kwam er een dag dat ik minder van je genoot.
Ik besefte hoe vermoeiend ik het vond worden dat ik door jou
anders was dan de rest. Ik wilde juist weer ‘gewoon’ zijn. Ik had je meer dan
ooit nodig gehad maar nu ik sterker werd leek ik je niet meer nodig te hebben. De
bittere waarheid. We brachten samen steeds minder tijd door. Je voelde je afgedankt en in de steek gelaten. Ik wist dat je beter verdiende dan dit, maar
ik kon niet anders.
Ik hakte de knoop door. Ik wilde jou niet meer in mijn leven.
Ik zette je te koop…….
Binnen drie dagen was je opgehaald.
En nu zie ik je daar. Met een andere dame die je berijdt.
Misschien nog wel met meer souplesse en snelheid dan ik ooit heb gehad. Maar ik
heb je liefgehad. Je kon mijn lichaam helen toen niemand anders dat kon. Door
jou leerde ik weer op mijn lichaam en kracht te vertrouwen.
Het steekt je nu te zien met een ander maar tevens sterkt
het mij. Ik ben los van jou gekomen. Ik heb je inderdaad niet meer nodig.
Dag mooie stoere ligfiets. Bedankt.