Met gierende zenuwen bestijg ik de trap naar het podium. Een
daverend applaus stijgt op vanuit de zaal. Ik start mijn speech tijdens het ‘Stop
Darmkanker Gala’. Mijn benen trillen. Mijn stem klinkt mij vreemd in mijn eigen
oren. Maar zodra ik op dreef ben glijdt de spanning van mij af en sta ik vol in
mijn kracht.
“Ik sta hier, tijdens dit benefiet gala, voor mijn vrienden en
leden van de Stomavereniging die ik verloren ben aan darmkanker. Ook ik was
jong toen ik ziek werd. Gelukkig had ik geen darmkanker maar een stoma was niet
te voorkomen.” De mensen in de zaal draaien zich met een ruk naar mij om. Sommige staren ontzet. Bij anderen zie ik verbazing of respect wegens mijn openheid.
“Helaas leven wij nog steeds in een maatschappij waar poep en plas een groot taboe is. Daarom wilt de Stomavereniging graag een lespakket ontwikkelen voor basisschool leerlingen. Want die doelgroep is de beste ambassadeur voor goede voorlichting tegen darmkanker. Helaas krijgen zij steeds vaker te maken met een opa of oma die darmkanker krijgt en moet leven met een stoma. Deze leerlingen kunnen de taboe doorbreken en door middel van goede voorlichting het verschil maken in de toekomst. Een nieuwe generatie met minder taboe rondom kanker en stoma’s.“
Vol in mijn element spreek ik de mensen in de zaal toe.
Mensen die op allerlei manieren betrokken zijn bij het onderwerp of bij de
stichting Stop Darmkanker Nederland. Tevens zijn er veel mensen aanwezig die zelf
de strijd tegen darmkanker zijn aangegaan, met of zonder stoma als resultaat.
Ik popel om vanavond geld in te zamelen voor de Stomavereniging zodat dit
lespakket kan worden ontwikkeld.
Tien minuten later zit mijn speech er op. Ik neem het
applaus in ontvangst. Terwijl ik naar mijn plaats in de zaal terug loop voel ik
mij trots maar tevens knaagt er iets. Een droevig gevoel is sluimerend
aanwezig. Ik ga zitten op mijn stoel. Mensen kloppen op mijn schouder om mij te
complimenteren. Ze zeggen dat het een mooie speech was. Spreken uit geld te
geven voor ons project. Maar ik, ik ben er met mijn gedachten niet helemaal
bij.
Ik sta weer bij jouw uitvaart Marenthe. Je twee jaar oude
zoontje aan de hand van je man. Jij in je kist er naast. De strijd tegen
darmkanker verloren. En lieve mooie Lucia, ik zit weer met jou op een terrasje op Kijkduin. Jij in je rolstoel, met gekmakende pijn in je lijf maar genietend van kleine stukjes stokbrood kruidenboter. Drie weken later ging je dood. Ook jij verloor de strijd tegen darmkanker en wederom stond ik bij de meest indrukwekkende, meest afschuwelijke uitvaart in mijn leven.
En zo zijn er nog veel meer Lucia’s en Marenthe’s in mijn
gedachten terwijl het gala om mij heen los barst. Ik voel mij vereerd dat ik
hier mocht speechen in de strijd tegen darmkanker. Maar jullie hadden hier
moeten staan. Zij aan zij. Vol in jullie kracht. Vertellend over jullie strijd
en overwinning tegen jullie kanker. In de zaal zou een daverend applaus klinken
en degene die het hardst zouden klappen zouden jullie jonge echtgenoten zijn en
niet de weduwnaars die ze nu zijn. Thuis…alleen op de bank.
Ik word door een collega aan mijn arm omhoog gehesen.“Kom op Carlijntje, mee dansen jij!”
Ik beweeg mij voort naar de dansvloer. Zet een glimlach op. Brul mee met Glennis Grace die staat te zingen. Mijn handen hoog boven mijn hoofd. Mijn ogen gesloten.
Stiekem doe ik alsof alle Marenthe’s en Lucia’s zonder pijn met mij mee dansen.
Alsof er geen lespakket nodig is.
Alsof er geen kanker is.
Alsof we niet verscheurd worden door de pijn van de te vroeg gestorven dierbaren.
SMACK
BeantwoordenVerwijderenWat mooi en ontroerend geschrevenWat mooi geschreven weer. En wat ben je een kanjer.En ook weer ff een traantje.Toppertje weer. En wat ben je een kanjer.En zo lief altijd aan je medemens denken.
BeantwoordenVerwijderenEn ook weer ff een traantje.Toppertje